Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als nu Asa deze woorden hoorde, en de profetie van den profeet [22]Oded, sterkte hij zich, en hij deed weg de [23]verfoeiselen uit het ganse land van Juda en Benjamin, en uit de [24]steden, die hij van het gebergte van Efraim genomen had, en vernieuwde het [25]altaar des HEEREN, dat voor het [26]voorhuis des HEEREN was. 22. Boven, vs.1, wordt deze profetie toegeschreven aan Azaria, den zoon van Oded; daarom, deze profeet moet of twee namen gehad hebben, of zijn profetie is niet alleen de zijne geweest, maar ook zijns vaders, die sommigen menen dat te dier tijd nog geleefd heeft. 23. Dat is, de gruwelen der beelden, die nog ergens in het openbaar of in geheime plaatsen en huizen overgebleven waren. Zie van enige dezer gruwelen 1 Kon.11:7, en 2 Kon.23:13. 24. Zie boven, hfdst.13 vs.19. 25. Mitsgaders, gelijk men meent, het voorhof der priesters, waarin het altaar stond; welk voorhof daarom het nieuwe voorhof genoemd wordt onder, hfdst.20 vs.5. 26. Zie 1 Kon.6:3; idem, boven, hfdst.3 vs.4, en onder, hfdst.29 vs.7.